Skip to main content

VERENIGINGSSTATUTEN (STATUTENWIJZIGING) Sportvisserijbelangen Delfland (SVBD)

Origineel en en gewaarmerkt stuk in beheer bij de secretaris SVBD de heer D.J. Wilhelm
VERENIGINGSSTATUTEN (STATUTENWIJZIGING)
Ds.nr. 44214.01/jw/ar
1 annex
Vandaag, eenendertig december tweeduizend eenentwintig, ontving ik, mr. Jacques—-
Dick Wienen, notaris te Pijnacker-Nootdorp, op mijn kantoor voor het opmaken van —–
deze akte:—————————————————————————————————-
de heer Dirk Johan Wilhelm, (paspoort nummer **********, geldig tot twintig juli —-
tweeduizend zesentwintig, afgegeven te Delft op twintig juli tweeduizend zestien),——-
wonende te ****-** Delft, *********-**, geboren te Delft op *********——-
*********—- ****************, ————————————————————–
te dezen handelend als secretaris van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid –
SPORTVISSERIJBELANGEN DELFLAND, statutair gevestigd te Delft en—————–
kantoorhoudende te 3131 DL Vlaardingen, Parallelweg 112, postadres: postbus 365,—
3130 AJ Vlaardingen, ingeschreven in het handelsregister van de kamer van ————-
koophandel onder nummer 40397472, hierna te noemen: “de vereniging” en als ———
zodanig deze vereniging conform artikel 17 lid 4 van haar statuten te dezer zake———
rechtsgeldig vertegenwoordigend. ———————————————————————
De verschenen persoon verklaarde:——————————————————————-
In haar vergadering de dato drieëntwintig september tweeduizend eenentwintig heeft—
de algemene vergadering van de vereniging besloten haar statuten te wijzigen zoals —
hierna vermeld. ———————————————————————————————
Het stuk waaruit dit besluit blijkt zal aan deze akte worden gehecht.————————-
Ter uitvoering van dat besluit wijzigt de verschenen persoon de statuten van de———-
vereniging, zodat deze komen te luiden als volgt: ————————————————-
STATUTEN.————————————————————————————————-
Artikel 1 – Naam, zetel en lidmaatschap. ——————————————————–

  1. De vereniging draagt de naam Sportvisserijbelangen Delfland. ———————-
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Vlaardingen. Zij kan elders vestigingen of——-
    kantoren hebben. ————————————————————————————
  3. De vereniging is als lid aangesloten bij de hengelsportfederatie Sportvisserij ——–
    Zuidwest Nederland. ——————————————————————————–
    Artikel 2 – Duur, boekjaar en oprichting. ——————————————————–
  4. De vereniging is opgericht voor onbepaalde tijd.———————————————
  5. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, loopt van een januari tot en met eenendertig
    december. ———————————————————————————————
  6. De vereniging is op vijftien mei negentienhonderd elf als Delftsche Hengelaars —–
    Vereeniging opgericht.——————————————————————————
    Artikel 3 – Organisatie van de vereniging. ——————————————————
  7. De vereniging kent een algemene vergadering, een bestuur en een dagelijks —
    bestuur.——————————————————————————————–
  8. Zowel de algemene vergadering als het bestuur kan commissies en/of———–
    werkgroepen instellen, waarvan de taak en bevoegdheden bij het —————–
    instellingsbesluit geregeld wordt.————————————————————
    Artikel 4 – Doel en middelen. ————————————————————————
  9. Het doel van de vereniging is:
    2
    a. Het bevorderen van de hengelsport als sportieve recreatie;————————
    b. Het beschermen en verbeteren van de visstand;————————————–
    c. Het behartigen van de belangen op hengelsportgebied van de sportvissers in
    het algemeen en van de leden en de jeugdleden van de vereniging in het —–
    bijzonder.—————————————————————————————-
  10. De vereniging tracht haar doelstellingen te bereiken, hetzij zelfstandig, hetzij in —-
    samenwerking met andere hengelsportverenigingen, hetzij door aansluiting bij- en
    in samenwerking met overkoepelende organisaties door:———————————
    a. Het kopen, huren of op andere wijze, met of zonder lasten, ter beschikking —
    krijgen van vis- en looprecht, viswater, terreinen, opstallen en van overige —-
    zaken, die de beoefening van de hengelsport kunnen bevorderen;—————
    b. te streven naar wettelijke regelingen en andere overheidsmaatregelen, ——–
    waardoor de belangen van de hengelsport worden gewaarborgd en mogelijk –
    bevorderd;—————————————————————————————
    c. het in stand houden en verbeteren van een milieu dat aan de beoefening van
    de hengelsport zoveel mogelijk kansen biedt;——————————————
    d. het zo nodig uitzetten van vissoorten die voor de hengelsport en/of het milieu
    van belang zijn of kunnen zijn en overigens het zoveel mogelijk op peil———
    houden van de visstand in het ter beschikking van de (jeugd)leden staande—
    viswater; —————————————————————————————–
    e. alle overige wettige middelen welke de doelstellingen van de vereniging ——-
    kunnen bevorderen. ————————————————————————–
    Artikel 5 – Leden, aanmelding, beroepsmogelijkheden bij niet-toelating, register,
    predicaten————————————————————————————————–
  11. De vereniging kent leden, jeugdleden, leden van verdienste en ereleden.————
  12. De aanmelding voor het (jeugd)lidmaatschap moet schriftelijk gebeuren bij het—–
    bestuur door middel van een aanmeldingsformulier dat verkrijgbaar is bij het ——-
    secretariaat van de vereniging en/of een andere door het bestuur aan te wijzen—-
    persoon dan wel op een andere door het bestuur aan te wijzen plaats. Als de ——
    vereniging hiervoor kiest kan aanmelding ook via een elektronisch formulier ——–
    plaatsvinden. —————————————————————————————–
  13. Het bestuur beslist uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het ————–
    aanmeldingsformulier over de toelating tot het (jeugd)lidmaatschap. Bij toelating —
    tot het (jeugd)lidmaatschap ontvangt het (jeugd)lid een lidmaatschapsbewijs. Bij —
    niet-toelating geeft het bestuur de aanvrager van het (jeugd)lidmaatschap———–
    schriftelijk bericht daarvan, waarin de redenen die tot weigering van de toelating —
    hebben geleid worden vermeld en de mogelijkheid om tegen die beslissing ———
    schriftelijk beroep in te stellen conform het hierna in dit artikel bepaalde.————-
  14. Ingeval van niet-toelating tot het lidmaatschap kan op verzoek van betrokkene deeerstvolgende algemene leden vergadering (ALV) alsnog tot toelating besluiten. —
  15. Bij niet-toelating tot het jeugdlidmaatschap kan de aanvrager binnen één maand —
    na ontvangst van de in het vorige lid genoemde schriftelijke kennisgeving beroep –
    instellen bij de commissie van beroep, vermeld in artikel 6 lid 8. De commissie van
    beroep beslist in hoogste instantie omtrent het ingestelde beroep binnen zes——-
    weken na ontvangst door het bestuur van het beroepsschrift. De commissie van —
    beroep kan alsnog tot toelating besluiten, in welk geval de betrokkene alsnog een
    3
    lidmaatschapsbewijs ontvangt. De aanvrager wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk
    van het besluit van de commissie van beroep in kennis gesteld. ————————
  16. Het bestuur houdt een register bij waarin met inachtneming van de toepasselijke —
    wetgeving gegevens van de (jeugd)leden, leden van verdienste en ereleden zijn—
    opgenomen.——————————————————————————————-
  17. Het bestuur kan een jeugdlid of een lid wegens bijzondere verdiensten voor de—–
    vereniging het predicaat “lid van verdienste” verlenen.————————————-
  18. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een lid wegens ———-
    bijzondere verdiensten voor de vereniging het predicaat “erelid” verlenen. ———–
    Artikel 6 – Leden, aanvang en einde van het lidmaatschap, schorsing—————
  19. Leden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die de leeftijd van——–
    veertien (14) jaar hebben bereikt op een januari van het jaar waarin zij lid worden.
  20. Onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 3 begint het lidmaatschap van de ——–
    vereniging op de datum waarop het bestuur dan wel de algemene ———————
    ledenvergadering tot de toelating van de aanvrager heeft besloten. ——————–
  21. Het lidmaatschap eindigt: ————————————————————————–
    a. Door overlijden van het lid; ——————————————————————
    b. Door tijdige schriftelijke opzegging door het lid; —————————————-
    c. Door tijdige schriftelijke opzegging namens de vereniging. Deze opzegging —
    kan gebeuren wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet,—
    niet tijdig of niet volledig nakomt en ook wanneer redelijkerwijs van de ———-
    vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap van het betrokken lid —
    voort te zetten;———————————————————————————-
    d. Door ontzetting uit het lidmaatschap met onmiddellijke ingang. Deze ————
    ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de —-
    statuten, het huishoudelijk reglement of besluiten der vereniging handelt, ——
    waaronder begrepen het begaan van de overtredingen welke zijn opgenomen
    in het huishoudelijk reglement, of de vereniging op onredelijke wijze————-
    benadeelt. —————————————————————————————
  22. Opzegging namens de vereniging gebeurt door het bestuur. —————————–
  23. Opzegging door het lid of namens de vereniging kan slechts gebeuren tegen ——-
    eenendertig december van enig jaar. ———————————————————–
    Bij opzegging door het lid kan opzegging slechts plaatsvinden met inachtneming —
    van een opzegtermijn van tenminste drie maanden en door middel van een ———
    gedagtekende en persoonlijk ondertekende brief. Bij een minderjarig lid moet de—
    brief ook door diens wettelijke vertegenwoordiger(s) zijn ondertekend. —————-
    Bij opzegging namens de vereniging kan de opzegging plaatsvinden met ————
    inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één maand. Het lidmaatschap –
    kan echter met onmiddellijke ingang worden opgezegd indien van een lid of van —
    de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten—–
    voortduren. ——————————————————————————————–
  24. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap —
    eindigen op eenendertig december van het jaar volgende op het jaar waarin is —–
    opgezegd.———————————————————————————————-
  25. Ontzetting uit het lidmaatschap gebeurt door het bestuur.———————————
  26. Tegen een besluit tot opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging en —
    van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap kan de betrokkene binnen één —
    4
    maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit, schriftelijk in beroep
    gaan bij de commissie van beroep. De betrokkene wordt daartoe zo snel mogelijk
    schriftelijk van het besluit in kennis gesteld, met opgave van redenen en onder —-
    vermelding van de mogelijkheid van beroep daartegen. Gedurende de —————
    beroepstermijn en gedurende de beroepsprocedure is het betrokken lid geschorst.
  27. De commissie van beroep beslist in hoogste instantie omtrent het ingestelde ——-
    beroep binnen zes weken na ontvangst door het bestuur van het beroepsschrift. —
    Het betrokken lid wordt zo spoedig mogelijk van het besluit van de commissie —–
    schriftelijk in kennis gesteld. Wanneer de commissie van beroep het ingestelde—-
    beroep gegrond acht, eindigt de schorsing van het betrokken lid op de dag van de
    dienovereenkomstige uitspraak van de commissie; wanneer de commissie van—-
    beroep het ingestelde beroep ongegrond acht, eindigt het lidmaatschap van het—
    betrokken lid op de dag van de dienovereenkomstige uitspraak van de commissie.
  28. Voordat het bestuur een besluit neemt tot opzegging van, of ontzetting uit het——
    lidmaatschap kan het bestuur het betrokken lid schriftelijk een waarschuwing——-
    (laten) geven, met vermelding van de reden(en) welke kan (kunnen) leiden tot een
    zodanig besluit van het bestuur. Het bestuur kan aan die waarschuwing een——–
    periode verbinden waarbinnen het betrokken lid alsnog volledig aan zijn ————-
    verplichtingen ten opzichte van de vereniging moet hebben voldaan.——————
  29. Het bestuur kan ook alvorens een besluit te nemen tot opzegging van, of————
    ontzetting uit het lidmaatschap, het betrokken lid schorsen voor een periode van —
    maximaal drie maanden. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer het ——–
    bestuur niet vóór het einde van de schorsingsperiode een besluit heeft genomen–
    hetzij tot opzegging van het lidmaatschap van het betrokken lid of tot ontzetting —
    van dat lid uit zijn lidmaatschap, hetzij tot beëindiging van de schorsing. Het——–
    betrokken lid ontvangt over zijn schorsing schriftelijke bericht waarin wordt———-
    vermeld: de periode gedurende welke hij is geschorst, de redenen die tot zijn ——
    schorsing hebben geleid en de mededeling dat het bestuur zal overgaan tot ——–
    opzegging van zijn lidmaatschap of ontzetting uit zijn lidmaatschap wanneer het—
    betrokken lid niet alsnog voor het einde van de schorsingsperiode volledig aan zijn
    verplichtingen tegenover de vereniging heeft voldaan of dat lid gedurende de ——
    schorsingsperiode dan wel daarna de overtreding(en) of handeling(en) in strijd met
    de statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de vereniging ———-
    herhaalt. ———————————————————————————————–
  30. De commissie ter behandeling van overtredingen, als bedoeld in artikel 17 lid 1—-
    sub e, kan het bestuur adviseren een lid te schorsen. ————————————-
  31. Tijdens de schorsing kunnen door het lid geen lidmaatschapsrechten worden ——
    uitgeoefend. Een geschorst lid is verplicht de door of namens de vereniging aan —
    hem uitgegeven toestemming(en) en overige bescheiden voor de duur van de —–
    schorsing in te leveren. —————————————————————————-
    Artikel 7 – Jeugdleden, aanvang en einde jeugdlidmaatschap, schorsing———–
  32. Jeugdleden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die nog niet de—-
    leeftijd van veertien (14) jaar hebben bereikt op een januari van het jaar waarin zij
    lid worden.———————————————————————————————
  33. Het jeugdlidmaatschap van de vereniging vangt aan op de datum waarop het ——
    bestuur dan wel de commissie van beroep tot toelating van de aanvrager tot het —
    jeugdlidmaatschap heeft besloten.————————————————————–
    5
  34. Een jeugdlidmaatschap wordt automatisch omgezet in een lidmaatschap met——-
    ingang van een januari van het jaar, volgend op het jaar waarin dit jeugdlid de——
    leeftijd van veertien (14) jaar bereikt, tenzij het jeugdlidmaatschap vóór een ———
    oktober van het voorafgaande jaar schriftelijk is opgezegd.——————————-
  35. Het in artikel 6 leden 3 tot en met 13 is van overeenkomstige toepassing op een —
    jeugdlidmaatschap, met dien verstande dat: ————————————————–
    a. tegen een besluit van het bestuur tot opzegging van het jeugdlidmaatschap—
    geen beroep op de commissie van beroep mogelijk is;——————————-
    b. alle schriftelijke mededelingen terzake worden gericht aan de wettelijke ——–
    vertegenwoordiger(s) van het betrokken jeugdlid. ————————————-
    Artikel 8 – Ereleden. ————————————————————————————
  36. Ereleden zijn natuurlijke personen die vanwege hun verdiensten voor de————-
    vereniging en/of hengelsport in het algemeen op voorstel van het bestuur door deledenvergadering tot erelid zijn benoemd. —————————————————–
  37. Ereleden hebben alle rechten, voortvloeiend uit het lidmaatschap van de————-
    vereniging behoudens het stemrecht, tenzij zij tevens lid van de vereniging zijn, inwelk geval zij eveneens het stemrecht hebben. ———————————————-
  38. Ereleden zijn (tenzij zij tevens lid van de vereniging zijn) vrijgesteld van financiële –
    verplichtingen jegens de vereniging. ————————————————————
    Artikel 9 – Begunstigers.——————————————————————————
    Begunstigers zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die zich tegenover de ———-
    vereniging hebben verbonden tot een periodieke bijdrage in geld, goederen of diensten
    zonder daarvoor een tegenprestatie te vragen. De minimum bijdrage in geld wordt vantijd tot tijd vastgesteld door het bestuur. Begunstigers hebben geen andere rechten dan
    de rechten die aan hen bij de statuten zijn toegekend. ——————————————-
    Artikel 10 – Rechten en verplichtingen van de leden en de jeugdleden—————–
  39. Het lidmaatschap van de vereniging geeft de leden het recht:—————————-
    a. deel te nemen aan de ledenvergaderingen, daarin het woord te voeren en het
    stemrecht uit te oefenen;———————————————————————
    b. gebruik te maken van alle door de vereniging geboden faciliteiten op het——-
    gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, het huishoudelijk——–
    reglement en/of besluiten van de vereniging; ——————————————-
    c. deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking met een–
    andere hengelsportvereniging of een overkoepelende organisatie, —————
    georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten; ———————————–
    d. een lidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming(en) om te vissen, te –
    ontvangen. Deze bescheiden blijven eigendom van de vereniging.—————
  40. Het jeugdlidmaatschap van de vereniging geeft de jeugdleden het recht: ————-
    a. deel te nemen aan de ledenvergaderingen en daarin het woord te voeren;—–
    b. gebruik te maken van alle door de vereniging geboden faciliteiten op het——-
    gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, het huishoudelijk——–
    reglement en/of besluiten van de vereniging tenzij daarbij uitdrukkelijk is ——-
    vastgelegd dat bepaalde faciliteiten niet openstaan voor jeugdleden; ————
    c. deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking met een–
    andere hengelsportvereniging of een overkoepelende organisatie, —————
    georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten, tenzij door het bestuur is —
    6
    besloten dat deelname aan de bepaalde wedstrijd of activiteit niet voor ——–
    jeugdleden openstaat;————————————————————————
    d. een jeugdlidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming(en) om te——-
    vissen, te ontvangen. Deze bescheiden blijven eigendom van de vereniging. –
  41. De leden en jeugdleden zijn verplicht:———————————————————-
    a. de statuten, het huishoudelijk reglement en de besluiten van de vereniging na
    te leven;——————————————————————————————
    b. voor zover niet anders is bepaald, uiterlijk binnen één maand na de aanvangvan het lidmaatschap respectievelijk het jeugdlidmaatschap het inschrijfgeld–
    te voldoen; ————————————————————————————–
    c. de jaarlijkse contributie voor leden respectievelijk jeugdleden te voldoen op de
    daarvoor in het huishoudelijk reglement vastgestelde wijze en tijdstippen; —–
    d. zich te onthouden van de in het huishoudelijk reglement opgenomen ———–
    overtredingen en de voorwaarden van de schriftelijke toestemming————–
    (vergunning) na te leven;——————————————————————–
    e. te voldoen aan de verzoeken van de controleurs zoals vermeld in artikel 18—
    en aan hen op eerste verzoek het (jeugd)lidmaatschapsbewijs en/of ————
    schriftelijke toestemming(en) om te vissen af te geven; —————————–
    f. het (jeugd)lidmaatschapsbewijs en/of de schriftelijke toestemming(en) om te –
    vissen dan wel andere bescheiden of spullen van de vereniging op eerste—–
    verzoek van het bestuur aan het bestuur af te geven;——————————–
    g. tot nakoming van de verplichtingen die door de vereniging in naam van de—-
    leden en de jeugdleden zijn aangegaan. ————————————————
  42. Een lid of jeugdlid kan de toepasselijkheid te zijnen opzichte van een besluit van–
    het bestuur of van de ledenvergadering waarbij de verplichtingen van de ————
    jeugdleden, -verplichtingen van geldelijke aard, zijn verzwaard door opzegging van
    zijn (jeugd)lidmaatschap niet uitsluiten. ——————————————————–
  43. Alle stukken bestemd voor de vereniging, haar bestuur en overige organen en denamens haar optredende personen kunnen worden verzonden naar het daartoe —
    door het bestuur bekendgemaakte adres van het secretariaat.————————–
    Artikel 11 – Sancties en Straffen.——————————————————————–
  44. In het algemeen zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met –
    de wet, dan wel met de statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de
    vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.———-
  45. Tevens zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten dat in strijd is met de———
    wedstrijdbepalingen, van door overkoepelende organisaties en/of andere ———–
    verenigingen georganiseerde competities en/of wedstrijden waaraan de vereniging
    deelneemt waardoor de belangen van de vereniging, dan wel van de hengelsportin het algemeen worden geschaad.————————————————————-
  46. Indien de algemene vergadering een Tuchtreglement heeft vastgesteld, geschiedt
    de behandeling van overtredingen met inachtneming van het bepaalde in het ——
    Tuchtreglement en geschiedt de beoordeling en bestraffing van overtredingen —–
    door de organen, die in het Tuchtreglement daartoe zijn aangewezen. Geschiedt –
    de behandeling door een een commissie van beroep dan zijn deze als organen —
    van de vereniging te beschouwen.————————————————————–
  47. Het bestuur is bevoegd om overtredingen te bestraffen, tenzij het Tuchtreglement
    een ander orgaan aanwijst. ———————————————————————–
    7
  48. In geval van een overtreding, als bedoeld in lid 1 en/of 2, kunnen de volgende——
    straffen worden opgelegd: ————————————————————————-
    a. berisping; —————————————————————————————-
    b. schorsing;—————————————————————————————-
    c. ontzetting uit het lidmaatschap (royement); ———————————————
    d. uitsluiting van deelneming aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, —-
    hetzij voor een in de straf bepaald aantal wedstrijden; ——————————-
    e. uitsluiting voor het verkrijgen van wedstrijdvergunningen voor een periode van
    een tot twee jaar.——————————————————————————-
    f. ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor –
    een in de straf genoemde termijn uit te oefenen. ————————————–
  49. Van het opleggen van een straf wordt schriftelijk aan het lid mededeling gedaan. —
    In spoedeisende gevallen kan een opgelegde straf mondeling aan het lid worden–
    medegedeeld, waarna hij/zij een schriftelijk bevestiging krijgt. —————————
    Artikel 12 – Bestuur; benoeming van bestuursleden.—————————————–
  50. Het bestuur is verantwoordelijk voor het goed laten functioneren van haar ———–
    bestuursleden.—————————————————————————————-
  51. Het bestuur bestaat uit minimaal drie en maximaal vijftien bestuursleden. Het——-
    aantal bestuursleden wordt vastgesteld door het zittende bestuur, met—————-
    inachtneming van de hiervoor genoemde grenzen. —————————————–
  52. Bestuursleden worden benoemd door de ledenvergadering uit de meerderjarige —
    leden. —————————————————————————————————
  53. De benoeming van bestuursleden gebeurt uit een niet-bindende voordracht welkevoor elke vacature wordt opgemaakt door het bestuur. Een zodanige voordracht—
    kan ook worden opgemaakt door een groep van leden, uitmakend tenminste——–
    een/vijde deel van het totaal aantal leden van de vergadering. Een voordracht——
    hoeft voor elke vacature slechts één naam te bevatten. ———————————–
  54. De voordracht(en) vanuit het bestuur wordt (worden) bij de oproeping voor de ——
    vergadering waarin de benoeming van bestuursleden aan de orde komt,————-
    medegedeeld. De voordracht(en) vanuit de groep van leden moet (moeten) ———
    uiterlijk vijf weken vóór de dag der vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn——–
    ingediend, vergezeld van een bereidverklaring van de voorgedragen kandidaat om
    bij zijn benoeming tot bestuurslid in die functie te aanvaarden. De voordracht(en)–
    vanuit de leden wordt (worden) in de agenda voor de desbetreffende vergadering –
    vermeld.————————————————————————————————
  55. De benoeming van een bestuurslid vindt plaats uit de opgemaakte voordracht(en).
    De ledenvergadering kan echter met tenminste tweederde van de uitgebrachte —-
    stemmen een bestuurslid benoemen uit de meerderjarige leden buiten de ———–
    opgemaakte voordracht(en) om. —————————————————————–
  56. Ingeval van ontstentenis of belet van het gehele bestuur geldt in afwijking van hetbepaalde in voormelde leden 4., 5. en 6. van dit artikel: De bestuursleden worden –
    door de algemene ledenvergadering benoemd uit de meerderjarige leden.———–
    Artikel 13 – Einde bestuurslidmaatschap; schorsing; bestuur een wettig college. –
  57. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, op elk momentdoor de ledenvergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet–
    binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag of tot opheffing—-
    van de schorsing eindigt door het verloop van die termijn. Tijdens de schorsing —-
    8
    kan de betrokkene zijn bestuursfunctie niet uitoefenen. ———————————–
  58. Ieder jaar aan het einde van de jaarvergadering als bedoeld in artikel 21 lid 2 ——
    treden tenminste twee bestuursleden af volgens een door het bestuur op te maken
    rooster van aftreden. Hierin wordt bepaald dat elk bestuurslid uiterlijk aftreedt aan
    het einde van de jaarvergadering gehouden in het derde jaar, volgend op het jaarwaarin hij werd benoemd. Een volgens rooster aftredend bestuurslid is direct——-
    herbenoembaar. Het bestuurslid dat in een tussentijdse vacature wordt benoemd –
    neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.——————-
  59. Het bestuurslidmaatschap eindigt verder: —————————————————–
    a. door bedanken door het bestuurslid; —————————————————–
    b. door overlijden van het bestuurslid;——————————————————-
    c. door ontslag van het bestuurslid door de ledenvergadering; ———————–
    d. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging. ————————
    In de gevallen genoemd onder a. en d. treedt het bestuurslid af aan het einde van
    de eerste bestuursvergadering, volgend op de omstandigheid die tot zijn aftredenheeft geleid.——————————————————————————————-
  60. Als het aantal bestuursleden op enig moment daalt beneden het minimumaantal —
    als bedoeld in artikel 12 lid 2, blijft het bestuur desondanks bevoegd. —————–
    Artikel 14 – Bestuursfuncties, bestuursvergaderingen, besluitvorming, bestuur. —
  61. De ledenvergadering wijst uit de bestuursleden, op voorstel van het bestuur, een –
    voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Overigens verdelen de —–
    bestuursleden de werkzaamheden van het bestuur in onderling overleg met ——–
    inachtneming van de specifieke taken van de voorzitter, de secretaris en de ——–
    penningmeester van het bestuur.—————————————————————-
  62. Het bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter of een ander bestuurslid dat ——–
    wenselijk acht, maar tenminste eenmaal per maand. De oproeping voor een——–
    bestuursvergadering gebeurt schriftelijk of via elektronische weg op een termijn —
    van tenminste veertien dagen onder vermelding van de agenda en onder ———–
    toevoeging van de bij de agenda behorende bijlagen. ————————————-
    Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming als hij—-
    daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het —
    belang van de vereniging. Wanneer alle bestuurders een dergelijk tegenstrijdig—-
    belang hebben en hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, is
    het bestuur niettemin bevoegd het bestuursbesluit te nemen. —————————
  63. De bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter en bij diens ————-
    afwezigheid, door degene die daartoe door de overige bestuursleden wordt———
    aangewezen. Bestuursleden kunnen tijdens de vergadering nog agendapunten—-
    inbrengen als de voorzitter van de vergadering hiermee instemt. ———————–
  64. Ieder bestuurslid brengt ter vergadering één stem uit. Bestuursleden kunnen zich –
    ter vergadering niet laten vertegenwoordigen. ———————————————–
  65. Geldige besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen in —-
    een vergadering, waarin tenminste een meerderheid van de bestuursleden ———
    aanwezig is. Alle stemmingen gebeuren mondeling. Blanco stemmen worden——
    geacht niet te zijn uitgebracht. Bij het staken van de stemmen wordt het voorstel —
    geacht niet te zijn aangenomen.—————————————————————–
  66. Een unanieme schriftelijke verklaring van de gezamenlijk fungerende het voltallige
    bestuur (geschorste bestuursleden uitgezonderd) heeft dezelfde rechtskracht als –
    9
    een besluit, dat op geldige wijze werd genomen in een vergadering van het ———
    bestuur. Een zodanige verklaring wordt bewaard bij de notulen.————————-
  67. Van hetgeen er in een bestuursvergadering is besproken worden notulen gemaakt
    door de secretaris en bij diens afwezigheid door degene, die daartoe door de——-
    voorzitter van de vergadering wordt aangewezen, welke notulen in de volgende—-
    vergadering door het bestuur worden vastgesteld. ——————————————
  68. Overige regelingen met betrekking tot de bestuursvergaderingen worden door hetbestuur in onderling overleg vastgesteld. ——————————————————
    Artikel 15 – Bestuurstaak en bestuursbevoegdheid, dagelijks bestuur. —————-
  69. Behoudens de beperkingen volgens de statuten en de wet is het bestuur belast—-
    met het besturen van de vereniging, waaronder begrepen het uitvoeren van———
    besluiten van de ledenvergadering. ————————————————————-
  70. Het bestuur is bevoegd: —————————————————————————-
    a. tot het sluiten van overeenkomsten en het maken van afspraken met ———–
    betrekking tot vis- en looprechten alsmede na voorafgaande goedkeuring van
    de ledenvergadering, tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen of op –
    andere titel in eigendom verkrijgen, vervreemden of bezwaren van—————
    registergoederen, alsmede tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de —-
    vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor —-
    een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een –
    derde verbindt; ———————————————————————————
    b. na voorafgaande goedkeuring van de ledenvergadering, het lidmaatschap—–
    aan te vragen en te beëindigen van een overkoepelende organisatie tot welk –
    belangengebied de vereniging behoort alsmede aan de (jeugd)leden van de–
    vereniging de verplichtingen op te leggen waartoe zodanig lidmaatschap de —
    vereniging verplicht;—————————————————————————
    c. de vereniging in naam van de (jeugd)leden andere verplichtingen te laten——
    aangaan;—————————————————————————————–
    d. tot het benoemen en ontslaan van de leden van de commissies als bedoeld in
    artikel 17 lid 1 sub c tot en met f;———————————————————–
    e. tot het aanstellen van controleurs zoals bedoeld in artikel 18.———————-
  71. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen met elkaar het dagelijks
    bestuur van de vereniging en zijn als zodanig meer in het bijzonder belast met de –
    dagelijkse gang van zaken.————————————————————————
    Artikel 16 – Vertegenwoordiging van de vereniging. ——————————————
    De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur of door —–
    twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur waaronder te allen tijde één lid —-
    van het dagelijks bestuur.——————————————————————————–
    De vereniging kan aan de penningmeester volmacht verlenen om binnen bepaalde —–
    grenzen zelfstandig te beschikken over de geldmiddelen van de vereniging.—————
    Artikel 17 – Commissies. ——————————————————————————-
  72. De vereniging kent de volgende commissies:————————————————-
    a. commissie van beroep;———————————————————————–
    b. kascommissie;———————————————————————————-
    De vereniging kan verder nog de volgende commissies instellen:———————–
    c. een commissie water- en visstandbeheer;———————————————–
    d. een commissie ter behandeling van overtredingen;
    10
    e. een wedstrijdcommissie; ——————————————————————–
    f. andere commissies die door het bestuur noodzakelijk of wenselijk worden —-
    geacht.——————————————————————————————-
  73. De commissie van beroep heeft tot taak het behandelen van en beslissen over indeze statuten genoemde beroepsschriften, tenzij deze statuten de behandeling —
    daarvan aan de algemene ledenvergadering overlaten. De algemene vergadering
    bepaalt uit hoeveel leden deze commissie bestaat en benoemt de leden en———
    (desgewenst) eenzelfde aantal plaatsvervangende leden van de commissie. ——-
    Een onvoltallige commissie van beroep blijft bevoegd. De commissie van beroep –
    werkt onafhankelijk van het bestuur. In het huishoudelijk reglement wordt de ——-
    werkwijze van deze commissie nader geregeld.———————————————
  74. In de jaarvergadering of in een andere ledenvergadering kunnen op voorstel van–
    het bestuur door die vergadering worden ingesteld één of meer van de—————
    commissies zoals bedoeld in lid 1 onder c, d, e en f. Met betrekking tot zodanige —
    commissies gelden de volgende bepalingen. Het voorstel van het bestuur tot——-
    instelling van een commissie bevat de hoofdlijnen van de taakomschrijving,———
    bevoegdheden, werkwijze en verder alles wat het bestuur zinvol acht.—————-
    De leden van een commissie worden benoemd door het bestuur uit de leden van –
    de vereniging. Leden kunnen terzake een voorstel bij het bestuur indienen.———
    Commissieleden worden benoemd voor onbepaalde tijd; zij kunnen op elk moment
    door het bestuur van hun functie worden ontheven. Een commissie werkt onder—
    verantwoordelijkheid van het bestuur.———————————————————-
    Artikel 18 – Controle.————————————————————————————
  75. Tenzij het bestuur kiest voor een andere werkwijze of op basis van een besluit van
    een overkoepelend orgaan verplicht is tot een andere werkwijze, wordt de controle
    op en aan het viswater waarvan de vereniging het visrecht heeft, door het bestuur
    opgedragen aan één of meer door het bestuur daartoe aangewezen controleurs.–
    Het bestuur stelt het aantal controleurs vast en reikt aan hen – al dan niet door—–
    tussenkomst van een andere (overkoepelende) organisatie – een legitimatiebewijs
    uit. Een controleur wordt benoemd voor onbepaalde tijd en kan op elk moment uit
    die functie worden ontheven door het bestuur.———————————————–
  76. De controleurs controleren op de naleving van de bepalingen van de Visserijwet —
    1963 en de daarop gebaseerde overheidsvoorschriften en de voorwaarden van de
    door of namens de vereniging uitgegeven toestemmingen, alsmede de ————–
    overtredingen welke zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement.——————
  77. Houders van toestemmingen zijn verplicht de door of namens de vereniging——–
    uitgereikte toestemming(en) en andere bescheiden op eerste aanvraag aan een —
    controleur te overhandigen ter controle. ——————————————————-
  78. De controleurs zijn verplicht zich bij een controle behoorlijk te legitimeren.———–
    Bij geconstateerde overtreding is een controleur bevoegd de vispas en de Lijst(en)
    van Viswateren in te nemen. De controleur is vervolgens verplicht deze————–
    documenten onverwijld in te leveren bij de secretaris van de vereniging die de —–
    vispas heeft uitgereikt onder opgave van reden van inname. —————————-
  79. In het huishoudelijk reglement kunnen met betrekking tot controles en controleurs
    nadere regels worden opgenomen.————————————————————-
    Artikel 19 – Geldmiddelen.—————————————————————————–
  80. De geldmiddelen van de vereniging omvatten:
    11
    a. het inschrijfgeld en de contributies van de leden en de jeugdleden; ————–
    b. de bijdragen van de begunstigers;———————————————————
    c. de opbrengst van activiteiten van de vereniging;—————————————
    d. alle overige wettig verworven baten. ——————————————————
  81. Wanneer het (jeugd)lidmaatschap wordt beëindigd in de loop van een —————-
    verenigingsjaar is toch de volledige contributie over dat jaar verschuldigd. Het——
    bestuur kan besluiten tot gedeeltelijke restitutie op grond van bijzondere ————-
    omstandigheden.————————————————————————————-
  82. Erfstellingen zullen niet anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving —-
    worden aanvaard.————————————————————————————
    Artikel 20 – Verenigingsjaar; jaarverslag; rekening en verantwoording.—————-
  83. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. ————————————–
  84. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig —–
    aantekeningen te houden, dat daaruit op elk moment de rechten en de —————
    verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.———————————
  85. Op de jaarvergadering als bedoeld in het volgend artikel, brengt het bestuur een—
    jaarverslag over het afgelopen verenigingsjaar uit over de gang van zaken in de —
    vereniging en over het gevoerde beleid en legt het bestuur de balans en de staat–
    van ontvangsten en uitgaven (de jaarrekening) met een toelichting ter —————-
    goedkeuring. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt–
    de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van–
    redenen melding gemaakt. Goedkeuring van de rekening en verantwoording strekt
    het bestuur tot decharge voor zijn bestuurswerkzaamheden gedurende dat———-
    verenigingsjaar voor zover die werkzaamheden uit de overlegde stukken blijken. —
  86. De ledenvergadering benoemt in de jaarvergadering op voorstel van het bestuur —
    uit de meerderjarige leden een commissie van tenminste twee personen, die geen
    deel mogen uitmaken van het bestuur; de kascommissie. De kascommissie heeft –
    tot taak toezicht te houden op het financiële beleid van het bestuur. De —————
    kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en——-
    brengt de ledenvergadering schriftelijk verslag van zijn bevindingen uit.—————
  87. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle gewenste inlichtingen te ———-
    verschaffen, desgewenst de kas en de waarden van de vereniging te tonen en—–
    inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. De last van de –
    kascommissie kan tussentijds door de ledenvergadering worden herroepen, maaralleen als in dat geval een andere kascommissie wordt benoemd.———————-
  88. De ledenvergadering kan, op voorstel van het bestuur, een registeraccountant of–
    andere terzake deskundige benoemen om de jaarrekening te controleren, daarbij –
    een toelichting op te stellen en daarover een verklaring af te leggen. ——————
    Artikel 21 – Ledenvergadering.———————————————————————–
  89. Aan de ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die nietdoor de wet of de statuten aan het bestuur of aan een commissie zijn opgedragen.
  90. Jaarlijks, uiterlijk in de maand juni, wordt een ledenvergadering – de ——————-
    jaarvergadering – gehouden. ———————————————————————-
  91. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: ————————————
    a. de voorziening in vacatures in het bestuur;———————————————-
    b. de benoeming van de kascommissie voor het lopende verenigingsjaar en de –
    voorziening in eventuele vacatures in de commissie van beroep; —————–
    12
    c. het jaarverslag, de jaarrekening en de toelichting daarop en de verklaring van
    de registeraccountant of andere deskundige, wanneer deze is benoemd;——
    d. het verslag van de kascommissie over het afgelopen verenigingsjaar; ———-
    e. de definitieve begroting voor het lopende verenigingsjaar en de voorlopige—-
    begroting voor het komende verenigingsjaar; ——————————————
    f. vaststelling van de contributie voor de leden en de jeugdleden en de hoogte–
    van het inschrijfgeld voor het komende verenigingsjaar. —————————-
  92. andere ledenvergaderingen worden gehouden zo vaak als het bestuur dit wenst,–
    of wanneer tenminste een zodanig aantal leden dat bevoegd is tot het uitbrengenvan één tiende deel van de stemmen, dit schriftelijk aan het bestuur, onder opgave
    van redenen en van de te behandelen agendapunten verzoekt. In het laatste geval
    is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering op een termijn —
    van niet langer dan vier weken. Als aan dit verzoek binnen veertien dagen geen—
    gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan,
    door oproeping overeenkomstig het bepaalde in het volgende artikel.—————–
    Artikel 22 – Bijeenroeping ledenvergadering.—————————————————
  93. De ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverminderd —
    het bepaalde in lid 4 van het voorgaande artikel en worden gehouden binnen ——
    Nederland op de plaats te bepalen door degene(n) die de oproeping voor de ——-
    vergadering doet (doen) uitgaan.—————————————————————-
  94. De oproeping gebeurt schriftelijk en/of elektronisch aan de adressen van de leden,
    jeugdleden en begunstigers en/of door middel van een oproep in een het————
    verenigingsblad en/of op de website van de vereniging en/of andere door de ——-
    ledenraad aangewezen middelen, “social media” daaronder uitdrukkelijk ————
    begrepen. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste drie weken. Wanneer
    echter het bestuur een ledenvergadering bijeenroept op verzoek van de leden —–
    zoals bedoeld in lid 4 van het voorgaande artikel, bedraagt de termijn van———–
    oproeping tenminste twee weken. Bij de oproeping van een ledenvergadering——
    worden vermeld: de plaats, datum en het tijdstip van de vergadering en de———-
    agendapunten. Bij de oproeping worden de op de agenda betrekking hebbende —
    stukken meegezonden of wordt medegedeeld op welke plaatsen en vanaf welk—-
    tijdstip die stukken voor de leden, jeugdleden en begunstigers ter inzage liggen.—
    Elk lid heeft het recht agendapunten voor de behandeling in de ledenvergadering –
    schriftelijk bij het bestuur in te dienen, behoudens het geval dat het betreft een —-
    vergadering als bedoeld in lid 4 van het voorgaande artikel. Dergelijke —————
    agendapunten dienen uiterlijk vijf weken voor de vergadering in het bezit te zijn—-
    van het bestuur. Het bestuur neemt de door de leden ingediende agendapunten in
    de agenda op tenzij zwaarwegende belangen van de vereniging zich daartegen—
    verzetten.———————————————————————————————-
  95. In een ledenvergadering kan uitsluitend rechtsgeldig worden besloten ten aanzien
    van geagendeerde punten. In spoedeisende gevallen kan een agendapunt tijdens
    de vergadering worden toegevoegd op voorwaarde dat hiertoe wordt besloten met
    tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen. De voorzitter van de—
    vergadering bepaalt op welk moment de vergadering een aldus ingelast ————-
    agendapunt zal behandelen. ———————————————————————
    Artikel 23 – Toegang en stemrecht.—————————————————————–
  96. Toegang tot de ledenvergadering hebben alle niet geschorste leden en (wettelijke
    13
    vertegenwoordigers van) jeugdleden en minderjarige leden en de begunstigers.
    Over toegang tot de ledenvergadering van anderen beslist de voorzitter van de
    vergadering.
  97. Stemgerechtigd zijn de leden. Door elk lid en dus ook door elk bestuurslid, kan—–
    tijdens de vergadering één stem worden uitgebracht. ————————————–
  98. Elk lid kan een stem uitbrengen als hij voor de datum van de Algemene leden ——
    vergadering de leeftijd heeft bereikt van achttien (18) jaren. Jeugdleden en———-
    minderjarige leden worden vertegenwoordigd door hun wettelijk ————————
    vertegenwoordiger.———————————————————————————-
  99. Een lid kan zijn stem niet bij volmacht uitbrengen.——————————————-
    Artikel 24 – Voorzitterschap en notulen.———————————————————–
  100. De ledenvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij ————-
    afwezigheid van de voorzitter tijdens de vergadering treedt één door het bestuur—
    aan te wijzen ander bestuurslid op als voorzitter. Echter in geval het betreft een—-
    ledenvergadering als bedoeld in artikel 23 lid 4, tweede volzin wordt door die ——-
    vergadering zelf in het voorzitterschap voorzien, wat ook gebeurt wanneer de ——
    bestuursleden niet ter vergadering aanwezig zijn. ——————————————-
  101. Van het verhandelde in de ledenvergadering worden door de secretaris van het—-
    bestuur en bij diens afwezigheid door degene die daartoe door de voorzitter van—
    de vergadering wordt aangewezen, notulen gemaakt. Deze notulen worden aan —
    de volgende ledenvergadering ter goedkeuring voorgelegd.——————————
    Artikel 25 – Besluitvorming van de ledenvergadering. —————————————
  102. Voor zover de statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten door de ———-
    ledenvergadering genomen met gewone meerderheid, van de geldig uitgebrachtestemmen. ———————————————————————————————-
  103. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn ———
    uitgebracht.——————————————————————————————–
  104. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen wordt schriftelijk gestemd, —
    onverminderd de mogelijkheid om op voorstel van de voorzitter van de —————
    vergadering een besluit te nemen bij acclamatie.——————————————–
  105. Indien bij een verkiezing van personen geen van de kandidaten het vereiste aantal
    stemmen heeft verkregen, wordt herstemd over de twee kandidaten, die in eerste –
    instantie de meeste stemmen kregen. Mochten door gelijkheid van stemmenaantal
    meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking komen, dan wordt —
    door een tussenstemming uitgemaakt over welke twee van hen zal worden———-
    herstemd, casu quo over welke van hen tezamen met de kandidaat die in eerste —
    instantie het hoogste aantal stemmen verwierf, zal worden herstemd. Bij ————-
    herstemming en tussenstemming is diegene verkozen, die de meeste stemmen op
    zich verenigt. Indien bij een herstemming of tussenstemming de stemmen staken,
    beslist het lot. —————————————————————————————–
  106. Staken de stemmen bij een andere stemming dan wordt het voorstel geacht niet te
    zijn aangenomen.————————————————————————————
    Artikel 26 – Statutenwijziging. ————————————————————————
  107. In de statuten van de vereniging kan alleen verandering worden gebracht door een
    besluit van een ledenvergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat–
    op die vergadering wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.——————
  108. Zij die de oproeping tot de ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot
    14
    statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste twee weken vóór de dag van
    die vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging
    woordelijk is opgenomen, op twee of meer daartoe geschikte plaatsen voor de
    leden ter inzage leggen tot de afloop van de dag, waarop de vergadering wordt
    gehouden. De plaatsen waar het voorstel voor de statutenwijziging ter inzage ligt,
    worden bij de oproeping voor de vergadering bekend gemaakt. Tevens kan het
    voorstel tot wijziging van de statuten worden opgenomen in het verenigingsblad.
  109. Een besluit tot wijziging van de statuten behoeft tenminste twee derde van de——
    geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste vijfentwintig —-
    leden van de vereniging aanwezig zijn.——————————————————–
  110. Wanneer in een vergadering, waarin een voorstel voor een statutenwijziging aan–
    de orde komt, niet het overeenkomstig het voorgaande lid vereiste aantal leden —
    aanwezig is, wordt tenminste zes weken en ten hoogste tien weken na de eerste –
    vergadering een volgende vergadering (de ‘tweede vergadering’) gehouden, ——-
    waarin een besluit tot wijziging van de statuten kan worden genomen, ongeacht—
    het aantal ter vergadering aanwezige leden, maar met een meerderheid van ——-
    tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen. ——————————
    Bij de oproeping voor de tweede vergadering wordt medegedeeld dat het een——
    tweede vergadering betreft als bedoeld in dit artikel en dat aldaar kan worden——
    besloten over de voorgestelde statutenwijziging ongeacht het aantal ter————–
    vergadering aanwezige leden. Het voorstel voor de statutenwijziging wordt———-
    opnieuw ter inzage gelegd zoals voorgeschreven in het voorgaande lid 2, waarvan
    in de oproeping voor de tweede vergadering melding wordt gemaakt.—————–
  111. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is
    opgemaakt. Ieder bestuurslid is bevoegd om de gewijzigde statuten in een———-
    notariële akte te laten opnemen en om deze akte te tekenen. —————————
    Artikel 27 – Ontbinding en vereffening. ———————————————————–
  112. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de ledenvergadering.–
    Het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 van het voorgaande artikel is daarbij van –
    overeenkomstige toepassing. ——————————————————————–
  113. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de ontbonden——
    vereniging, tenzij bij het besluit tot ontbinding andere vereffenaars worden ———-
    aangewezen. —————————————————————————————–
  114. De bestemming van het batig saldo wordt, op voorstel van het bestuur bepaald—-
    door de ledenvergadering bij het besluit tot ontbinding, welke bestemming zoveelmogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging dient te zijn.———–
    Artikel 28 – Huishoudelijk reglement.————————————————————–
  115. De ledenvergadering zal, op voorstel van het bestuur, een huishoudelijk reglement
    vaststellen en kan in een aldus vastgesteld reglement aanvullingen en wijzigingen
    aanbrengen. ——————————————————————————————
  116. Een huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wettelijke bepalingen —-
    noch met de statuten. ——————————————————————————
  117. Het bepaalde in artikel 28 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op de————
    vaststelling en de aanvulling of wijziging van het huishoudelijk reglement. ———–
    Artikel 29 – Geschillen. ———————————————————————————
    Alle geschillen welke tussen een orgaan van de vereniging of namens de vereniging—
    optredende personen en leden van de vereniging mochten ontstaan worden bindend —
    15
    beslist door het bestuur.———————————————————————————-
    Artikel 30 – Onvoorziene gevallen. ——————————————————————
    In alle gevallen waarin de wet en deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur in de –
    geest van de statuten. ————————————————————————————
    WAARVAN AKTE is verleden te Pijnacker-Nootdorp op de in het begin van deze akte–
    genoemde datum.——————————————————————————————
    De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.—————————————————-
    Hij heeft verklaard tijdig kennis te hebben kunnen nemen van de inhoud van deze akte
    en daarmee in te stemmen. De inhoud van deze akte is bovendien aan hem ————–
    opgegeven en toegelicht. Hij heeft verklaard geen prijs te stellen op volledige————-
    voorlezing van deze akte. Vervolgens is deze akte beperkt voorgelezen. Onmiddellijk —
    daarna is de akte door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend. ————–
    Gevolgd door ondertekening.
    VOOR AFSCHRIFT